
Jurisprudentie
AA7358
Datum uitspraak2000-10-05
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers015068-00
Statusgepubliceerd
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers015068-00
Statusgepubliceerd
Uitspraak
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK ALMELO
STRAFVONNIS
(schriftelijk vonnis PR)
Parketnummer: 015068-00
Uitspraak: 5 oktober 2000
De politierechter in de arrondissementsrechtbank te Almelo, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[Verdachte],
geboren te Enschede op [Geboortedatum],
wonende te [Woonplaats en -adres],
terechtstaande terzake dat hij op of omstreeks 2 mei 2000, in de gemeente Hengelo (O), opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten de agent(en) van Politie Twente genaamd M.C.S. van de Gevel en/of U.E.J. Slot, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in diens/haar/hun tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd het/de woord(en) "Joden", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Gezien de stukken.
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting.
Gehoord de vordering van de officier van justitie.
Gelet op de verdediging door verdachte in het midden gebracht.
De politierechter acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
De politierechter overweegt hiertoe:
Wil er sprake zijn van de in casu tenlastegelegde eenvoudige belediging dan is daartoe ondermeer noodzakelijk dat de gebruikte uitlating een beledigend karakter draagt. De vraag of een uitlating als beledigend moet worden beschouwd dient te worden getoetst aan de thans in de Nederlandse samenleving geldende maatschappelijke normen.
De betiteling "Joden" is niet anders dan de aanduiding van een volk, dan wel van een groep geloofs- of cultuurgenoten en dan ook evenmin beledigend als de naamgevingen "Angelsaksen", "Christenen" enzovoorts.
Aldus is de tenlastegelegde eenvoudige belediging niet door verdachte gepleegd en dient vrijspraak te volgen.
In hoge mate betreurenswaardig blijft dat de term "Joden" door verdachte kennelijk
- blijkens zijn bekentenis ter zitting - beledigend was bedoeld, door de verbalisanten/aangevers ook als zodanig is opgevat en zelfs door het openbaar ministerie als zijnde beledigend werd beschouwd.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Aldus gewezen door mr. Derks, politierechter, in tegenwoordigheid van Keupink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de politierechter in bovengenoemde arrondissementsrechtbank op 5 oktober 2000.